Erfelijke invloed op geluk bewezen: oh jee, voor mij geen verbetering meer mogelijk?
‘Nature or nurture’, ‘erfelijkheid of socialisatie’.
Onder die namen werd jaren – en jaren lang discussie gevoerd tussen voor – en tegenstanders over de vraag in hoeverre wij mensen ons leven(sgeluk) kunnen beïnvloeden. Nu is dan, volgens hoogleraar Meike Bartels van de Vrije Universiteit Amsterdam, eindelijk bewezen dat erfelijke invloeden wel degelijk van invloed zijn als bepalende factor van ons levensgeluk.
Eerder familie- en tweelingonderzoek met gegevens van het Nederlands Tweelingen Register toonde aan dat individuele verschillen in welzijn gedeeltelijk kunnen worden toegeschreven aan genetische verschillen tussen mensen. Bartels plaatst met haar onderzoek dat resultaat in steviger perspectief.
Meike Bartels nam een veelheid aan bestaand internationaal onderzoek naar geluk en erfelijkheid onder de loep. Zij bracht dertig tweeling- en familieonderzoeken samen. Al met al gegevens van meer dan 55 duizend individuen. Vervolgens gebruikte zij de schattingen van onafhankelijke studies in een meta-analyse.
Hoewel individuele studies variatie laten zien in de schatting van erfelijkheid van geluk, geven de resultaten van deze studie wel een robuuste schatting van de ‘relatieve invloed’ die genen hebben op verschillen in geluk. Ze ontdekte dat ongeveer 35% van de verschillen in geluksgevoel toegeschreven kunnen worden aan genetische verschillen.
Moeten we nu neerslachtig worden? Staat ons leven(sgeluk) eigenlijk bij voorbaat al vast? Je zou maar net de diagnose depressie hebben ontvangen. Nou, stel dat de bevindingen van Meike Bartels in nieuw onderzoek herbevestigd wordt: twee derde eigen beïnvloedingsmogelijkheden tegenover een derde deel dat vast staat.
Ik denk dat veel mensen die vluchten van oorlogsgeweld, onderdrukking en armoede, mensen die dreigen te verdrinken in hun poging enig geluk te vinden of die door natuurrampen dakloos zijn geworden heel blij zijn met twee derde ‘kans’ op meer geluk en welzijn in hun leven. Geintje met ietwat sarcastisch randje, ik geef het ruiterlijk toe.
En wij psychosociaal begeleiders? Wat een fantastische perspectieven! Bij elke cliënt het enorme potentieel (twee derde beïnvloedbaar) beschikbaar te weten voor opheffen van klachten en verbetering van levensgeluk :).